Rondrit van 85 km. Water is hier alomtegenwoordig. Het komt binnen via een dicht netwerk van beken en meertjes, vol karpers, en onderhoudt het groene kreupelhout. 

Rondrit langs kastelen en romaanse kerkjes.

La Chapelle-Faucher – Château de Lasfond: We laten de auto achter langs de kant van de weg en klimmen moedig tot aan het kasteel, dat op een rots is gebouwd.  Nu is het in privé-bezit en de ommuring ziet er verzorgd uit. Onder de vele platanen die het plein omringen, vinden we friste en kunnen we de omgeving bewonderen. Vlakbij staat ook de romaanse kerk, gewijd aan Onze Lieve Vrouw Hemelvaart. Binnenin waren nog twee oude fresco’s bewaard maar die zijn in erbarmelijke staat.

Er stond nog heel wat op ons programma … dus reden we verder langs wondermooie landschappen, omgeploegde velden afgewisseld met bossen waar we ze de reeën hopen te zien uitspringen, maar neen, geen reeën, wel heel veel bloemen langs de weg. Speciaal voor de rood-paarse toortsen stopten we en Plantnet verteld ons dat het hondskruid is en de donkerpaarse planten zijn veldsalie.

Dat was een beetje botanisch plezier voor we in Thiviers arriveerden. Thiviers is vooral bekend voor zijn markten en jaarmarkten en kreeg ook de titel ‘hoofdstad van de foie gras’. Helaas het museum van de foie gras blijkt op woensdag gesloten te zijn. De kerk van Notre-Dame is wat René hier het meest interesseert. Verschillende verwoestingen maakten restauraties noodzakelijk. Het beeldwerk op de kapitelen maakt het mogelijk om dit werk te dateren rond het einde van de elfde eeuw.

Op het kleine marktplein in de buurt van de Notre Dame kerk vinden we alweer een terrasje in de schaduw waar we even bekomen van onze voormiddag. Ondertussen bekijken we de rest van onze planning, waar naar goede gewoonte veel te veel stopplaatsen op staan. We besluiten dan de grotten van Villars toch niet te bezoeken. Misschien op een andere dag.

…. Saint Jean-de-Côle

Na de luch (escalope de veau milanese met pasta, eikenbladsla met vinaigrette) rijden we naar de Abbaye de Boschaut. De overblijfselen van deze 12^de eeuwse cisterciënzerabdij liggen midden in de natuur. De absis staat nog overeind, één koepel is er nog, de andere is half vergaan door de tijd. De boven van een verdwenen kapittelzaal staan in een bosrijke vallei waar de abdij 800 jaar geleden werd opgericht. De gehele ruïne midden in de natuur spreekt tot de verbeelding, heeft iets ontroerends …

1. Chapelle-Faucher

2. Onderweg

3. Thiviers

4. Saint Jean-de-Côle

5. Abbaye de Boschaud

6. Boulouteix en Paussac-St. Vivier